Het spreekt vanzelf dat de onnauwkeurigheid van een voorspelling afneemt naarmate de termijn die wordt onderzocht korter is. Maar zelfs op korte termijn kunnen maatschappelijke of economische ontwikkelingen een toekomstvoorspelling in hoge mate beïnvloeden. Denk daarbij aan de eerste energiecrisis van 1973 of de gevolgen van de bankencrisis van 2008. Het is daarom wellicht beter om te spreken van een toekomstverkenning in plaats van een voorspelling.
De 'Albert Plesman Memorial Lectures'
Tussen 1955 en 2015 werden onder auspiciën van de faculteit Luchtvaart en Ruimtevaart techniek van de TU Delft tot nu toe 15 zogeheten Albert Plesman Memorial Lectures georganiseerd. Dit ter nagedachtenis aan de grondlegger en eerste president-directeur van de KLM.![]() |
Hall Hibbard Bron: sell-off.livejournal.com |
In datzelfde jaar vierde de KLM haar 40-jarig bestaan. Ter gelegenheid hiervan toonde de toenmalige Directeur-Generaal van de internationale organisatie van luchtvaartmaatschappijen (IATA), de Brit Sir William Hildred, die deze positie bekleedde tussen 1946 en 1966, zich bereid een toekomstvoorspelling te schrijven voor het personeelsblad van de KLM, De Wolkenridder.
Hij stelde, dat in het jaar 2000 "het tijdperk van door kernenergie voortgestuwde verkeersvliegtuigen (!) reeds lang achter ons zou liggen als gevolg van het beschikbaar komen van nog veel efficiëntere brandstoffen en de daarbij behorende voortstuwingssystemen".
Maar in 1959 sprak nog niemand over zaken als maatschappelijke acceptatie, milieuheffingen en de ontwikkelingen die we in de afgelopen decennia hebben gezien op het gebied van informatie-technologie. En vliegtuigen met kernreactoren aan boord zijn er nooit gekomen en zouden hoogstwaarschijnlijk op zeer grote maatschappelijke weerstand zijn gestuit. Er zijn overigens in de jaren vijftig (tijdens de Koude Oorlog) wel diverse militaire testprojecten met nucleaire voortstuwingssystemen uitgevoerd door zowel de Amerikaanse als de Russische luchtmacht. Hiervoor werden omgebouwde bommenwerpers gebruikt.
![]() |
Ontwerpen voor nucleaire vliegtuigen uit de jaren '40 en '50 |
Schiphol in 2000: 100 miljoen passagiers en maximaal 10 banen
Ook de luchthaven Schiphol deed in de jaren veertig, vijftig en zestig van de vorige eeuw lange termijn voorspellingen met uitzicht op de situatie in 2000.Jan Dellaert presenteert de plannen voor een tangentieel banenstelsel. Bron: Techniek in Nederland |
Naar Mars en verder
Ontwikkelingen op het gebied van de elektronica waren er tien jaar later wél. Eind jaren zestig namen de grote luchtvaartmaatschappijen hun eerste computergestuurd reserveringssystemen in gebruik. De computers van die systemen namen grote zalen in beslag en hadden een capaciteit die tegenwoordig zou passen binnen de afmetingen van minder dan een luciferdoosje. In Amerika werden in de jaren zestig de eerste moderne vlucht simulators ontwikkeld voor de nieuwe generatie wide-body vliegtuigen, zoals de Lockheed C5 'Galaxy' voor de US Air Force en de Boeing 747 voor civiel gebruik.![]() |
IBM 7094s in Gemini Real Time Complex-IBM ca 1970 Bron:http://history.nasa.gov/computers |
In 1969 werd de zesde Albert Plesman Memorial Lecture gehouden, in dit geval door de toenmalige plaatsvervangend president-directeur van de KLM, de vliegtuigbouwkundig ingenieur Frits Besançon. Hij toonde tijdens zijn lezing onder meer een dia, waarop de technische ontwikkelingen, en dan met name gerelateerd aan de snelheid, van lucht- en ruimtevaarttuigen in een rechte lijn werden doorgetrokken vanaf de eerste vlucht van de gebroeders Wright in 1903 tot het jaar 2000 (zie afbeelding hieronder). Die snelheid was steeds verder toegenomen met alle mogelijkheden van dien en verwacht werd dat deze trend zich lineair zou voortzetten. Het bovenste lijntje van de grafiek betreft de ruimtevaart, de tweede lijn de militaire luchtvaart en de onderste de burgerluchtvaart.
![]() |
Een grafiek die Ir. Besancon toonde tijdens zijn lezing (zie de tekst) Bron: The sixth Dr. Albert Plesman Lecture, Delft, 7-10-1969 |
Niemand had toen kunnen bedenken dat het tegenwoordig mogelijk is om onbemande ruimtesondes zelfs op afstanden van meer dan een miljard kilometer vanaf de aarde te besturen. En ook de fysieke gevolgen van een (zeer) langdurig verblijf in de ruimte waren toen nog grotendeels onzeker.
Sneller en groter
Tijdens dezelfde lezing werd voorspeld dat intercontinentale luchtreizigers zich rond de afgelopen eeuwwisseling zouden voortbewegen met snelheden van ongeveer 10 maal die van het geluid (Mach 10 = ca. 11.000 km/uur). Ten aanzien van het toeristische luchtvervoer stelde Ir. Besancon dat er rond het jaar 2000 reusachtige subsone (langzamer dan de geluidssnelheid en dus vliegend met de reeds tientallen jaren gebruikelijke snelheden van omstreeks 900 km/uur) vliegtuigen zouden bestaan met een capaciteit voor circa 1.200 passagiers. Er zouden van deze enorme vliegtuigen uiteraard tevens vrachtuitvoeringen beschikbaar komen.Ter vergelijking: het grootste momenteel in gebruik zijnde passagiersvliegtuig, de Airbus A380 beschikt over circa 550 stoelen; in een zogeheten 'high density configuratie' zouden dit er maximaal 853 kunnen zijn maar tot nu toe heeft geen enkele maatschappij deze uitvoering besteld. Voor de geplande vrachtversie van de A380 bestaat tot nu toe geen belangstelling.
Ten aanzien van de Boeing 747, waarvan in 1969 het prototype zijn testprogramma doorliep, werd door de luchtvaartmaatschappijen vooral veel verwacht van de vrachtversies. Voorts zou dit type vliegtuig een belangrijke rol kunnen spelen bij het vervoer van de groeiende categorie toeristische reizigers, die vooral waarde hechtten aan een zo voordelig mogelijk tarief en voor wie snelheid niet op de eerste plaats kwam.
![]() |
Een Concorde van British Airways |
De grote maatschappijen hadden vrijwel zonder uitzondering zowel Boeing 747's als ook supersone verkeersvliegtuigen besteld. Die laatste categorie bestond uit de Frans-Britse Concorde, de Toepolev Tu-144 (2 maal de snelheid van het geluid) en de grotere en snellere Boeing 2707. De Boeing zou kunnen vliegen met een snelheid van tussen de 2,7 en 3 maal de geluidssnelheid en 300 passagiers kunnen vervoeren tegenover 100 passagiers in de Concorde en de Toepolev. Van alle supersone projecten werden alleen deze drie types verder ontwikkeld; slechts twee bereikten daadwerkelijk het productiestadium. De prototypes van de Tu-144 en de Concorde hadden inmiddels hun eerste proefvluchten gemaakt en van de Boeing 2707 werd verwacht dat dit ergens in de eerste helft van de jaren zeventig het geval zou zijn. Er waren inmiddels bijna 200 SST's (Super Sonic Transport's) besteld door tientallen maatschappijen. De KLM had in 1969 bestellingen uitstaan voor 6 Boeing 747's en voor een zelfde aantal Boeing 2707's; de toekomst van het supersone luchtverkeer leek verzekerd...
(wordt vervolgd)
Bronnen en meer informatie:
De oudere Plesman Memorial Lectures zijn uitgebracht in de vorm van boekjes; tegenwoordig zijn de Lectures op internet te beluisteren. Hieronder 2 links naar de meest recente.
15e Dr. Albert Plesman Memorial Lecture op 15-1-2015: ‘Consolidation in the aviation industry'- Richard Anderson, CEO of Delta Air Lines
14e Dr. Albert Plesman Memorial Lecture op 21-4-2010: "Innovative Capacity of Air Transport as a Driver for Growth and Sustainability in the 21st Century"- Camile Eurlings, Minister van Verkeer en Waterstaat.
Plannen voor het tangentiële banenstelsel op Schiphol: Techniek in Nederland TU
Computers in Spaceflight: The NASA Experience: Ch. 8: Computers in mission control - Manned mission control computers
Tijdschrift Kijk: Luchtvaarthistorie: Vliegen op atoomkracht, 8 juni 2014
Enformable: Nuclear powered aircraft plans should remain grounded, 10-7-2015
Onderzoek naar het gebruik van kernenergie voor de voortstuwing van vliegtuigen en Convair X-6: Wikipedia
Geen opmerkingen:
Een reactie posten